het groeten in de JKA karateclub of Oss
Levensstijl
Via de instructeurs van de karateclub Teku-Kan (Gent) en de instructie van Miyazaki-Shihan, leerde ik dat hij deze manier van karate-doen geleerd had bij Nakayama-Shihan, één van de grondleggers van de JKA-Shotokan-karatestijl. Het was niet zomaar een sport, het was ook een levensstijl. Via de trainingen werd totale inzet, hardheid, moed, zelfkennis, doorzettingsvermogen, respect, zelfcontrole en karaktervorming meegegeven als waarde en norm.
De basiskenmerken van onze karatestijl zijn:
- Totaal fysieke inzet = kime
- Totaal mentale inzet = zanshin
- Een levensstijl = budo (de weg van de krijger)
Deze levensstijl is net het verschil tussen sport-karate en onze (traditionele) JKA karate, en het geeft onze karate een bijzondere waarde die wij ook willen uitdragen.
De basiskenmerken worden beschreven in de Dojokun
- Zelfkennis (nederigheid)
- Eerlijkheid
- Inzet (moed)
- Etiquette (hoffelijkheid)
- Zelfcontrole
Deze levensstijl maakt deel uit van de identiteit en maturiteit van een zwarte gordel (inbegrepen instructeurs en examinatoren), en dit moet aangeleerd worden aan beginners. Voor 2010 heeft de JKA-Belgium gekozen om het groeten, dat een basisuiting is van onze levensstijl, te herwaarderen.
'Oss'
'Oss' (spreek uit Oes) is een eenvoudige, zeer specifieke en duidelijke groet. Het betekent elkaar erkennen en waarderen als karateka, vooral als JKA-er. Het betekent ook dat onze levensstijl belangrijk en essentieel is voor ons.
Voor een zwarte gordel is 'Oss' een 'natuurlijk' iets dat bijna deel uitmaakt van zijn identiteit; het is een bewijs van zijn levensstijl. Voor een kyu-graad (een leerling) is 'Oss' de uiting van zijn vrije keuze om deel te nemen aan deze levensstijl.
Dus ..., waar en wanneer JKA-ers elkaar ontmoeten, groeten we met 'Oss':
- als zwarte gordels elkaar ontmoeten,
- wanneer een leerling een zwarte gordel ontmoet, of een Sempai of Sensei, als uiting van zijn respect,
- wanneer een hogere gordel een leerling ontmoet, om zijn openheid van geest en zijn positieve ingesteldheid aan te tonen.
Procedure van het groeten in de verschillende situaties
Begin en einde van de training
De eerste plaats in de rij wordt ingenomen door de hoogste gordel van eigen club. De sensei (de lesgever vooraan) initieert het knielen en opstaan.
De eerste in de rij beveelt: Seiretsu (lijn u). De sensei knielt, eerste in de rij beveelt:
- Seiza (kniel)
- Mokuso ... Mokuso yame (ogen toe /open)
- Shomen ni rei (stille buiging)
- Sensei ni rei (buiging met oss)
- Otagai ni rei (buiging met oss)
De sensei staat op.
De eerste in de rij beveelt: Kiritsu (sta recht).
Staande Groet
Vanuit Hachiji Dachi (Yoi-stand)
- Linkervoet, rechtervoet naar Musubi Dachi (voeten samen), palm van de handen op de dijen
- Buiging, met inbegrip van het hoofd (met Oss)
- Linkervoet, rechtervoet terug naar Hachiji Dachi
Rij-groet
Eerste leerling van elke rij zorgt voor correct oplijnen, eventueel met bevel Seiretsu (lijn u).
- Leerlingen staan in Shizentai
- Lesgever beveelt de begroeting door otagai ni … rei
- Leerlingen voeren de staande groet uit
- Lesgever begeleidt via bevel - indien nodig - het doorschuiven
Groet aan de lesgever
Leerling richt zich tot de lesgever met een staande groet; na toelating vanwege de lesgever, stelt de leerling zijn vraag. Na het antwoord bedankt de leerling met een staande groet.
Vervoegen of verlaten van de training
Vervoegen
- De leerling wacht bij de ingang in Seiza
- De lesgever geeft met een teken toestemming tot het vervoegen van de training
- De leerling groet (voorhoofd tot bij de grond) en vervoegt de training
Verlaten
Identiek aan groet aan de lesgever.
Nog enkele aandachtspunten:
Foto van Miyazaki-Shihan: Deze foto (die op de Shomen-plaats staat) symboliseert het geheel van waarden binnen de JKA-instructie, en deze 'waarden' respecteren we. De leerlingen blijven dus altijd op een eerbiedige afstand. Indien men om een of andere reden toch dichterbij de foto moet komen, dan groet men met de staande groet.
Shihan: waarachtige meester en kundige
Sensei: japanse aanspreking voor een leraar, een instructeur
Voor iedereen: Elkeen die les geeft tijdens een training wordt aangesproken met Sensei, ongeacht of hij een clubinstructeur is of niet, want op dat ogenblik is die persoon leraar.
Voor zwarte gordels: Tussen zwarte gordels wordt de oudere (op vlak van karate-ervaring) aangesproken met Sempai (=oudere).
Voor kyu-graden: Zwarte gordels, buiten het instructiegebeuren, worden steeds aangesproken met Sempai.
Buiten de training hoeft de aanspreking Sensei niet gebruikt te worden. De aanspreking Sempai blijft verkieslijk, omdat dit een relatie binnen de club aangeeft.
Buiten de club: Externe karateleraren die een mandaat hebben dat het clubniveau overstijgt, worden ook buiten de training aangesproken met Sensei.
Betreden en verlaten van de dojo (trainingszaal): De dojo is de ruimte die ons toelaat karate te beoefenen. Als we die ruimte betreden veronderstelt dit van ons een speciale aandacht en inzet. Om ons hiervan bewust te maken groeten wij (staande groet) bij het betreden van de dojo.
Bij het verlaten van de dojo doen wij hetzelfde om de dojo te bedanken voor de gelegenheid om ons te verbeteren in karate.
Voor de clubinstructeurs wordt - bij het in groep betreden of verlaten van de zaal - ruimte gelaten zodat de clubinstructeur ongehinderd binnen of buiten kan gaan.
Laattijdig vervoegen van de training: Onderdeel van de Dojokun is de zelfcontrole of discipline. Dit betekent dat ieder zijn uiterste best doet om op tijd te zijn voor de training ( ook dit is een vorm van hoffelijkheid). Het kan echter altijd gebeuren dat men geen kans ziet om op tijd te zijn, en dus laattijdig is. Niet alleen past men dan de groet - procedure van 'vervoegen van de training' toe, maar in Sai Sei Kan wordt ook verwacht dat u zichzelf een conditie-oefening oplegt (20x pompen, of 30x MaeGeri, of 20x situp), zonder de les te storen.